In een tijd waarin de politieke en maatschappelijke polarisatie groeit en het vertrouwen van burgers in de overheid tanende is, staan veel ambtenaren voor lastige vraagstukken en dilemma’s: wat vind ík als professional, wat is maatschappelijk aanvaardbaar, en wat wil de politiek?
De ROB constateert dat het maatschappelijk debat over ambtelijk activisme en ambtelijk vakmanschap in bredere zin momenteel te beperkt wordt gevoerd
Op 12 juni 2025 organiseerde de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) een rondetafelgesprek in opvolging van de publieksbijeenkomst ‘De bevlogen jonge ambtenaar’ van 15 januari 2025. Waar tijdens die bijeenkomst de fundamenten van de democratische rechtsorde en de positie van bevlogen jonge ambtenaren centraal stonden, bood dit vervolg in een kleinschalige en besloten setting ruimte voor verdieping op dit thema. Herman Tjeenk Willink (minister van staat), Caelesta Braun (hoogleraar Openbaar Bestuur en Maatschappelijke Democratie bij de Universiteit Leiden en waarnemend voorzitter ROB), Huri Sahin (burgemeester van de gemeente Rijswijk en ROB-raadslid), Frank van Ommeren (decaan van de juridische faculteit en hoogleraar Staats- en bestuursrecht aan de Vrije Universiteit, tevens ROB-raadslid) en Iris Sluiter (secretaris-directeur ROB) gingen in gesprek met vijf bevlogen jonge ambtenaren, werkzaam op politiek en/of maatschappelijk gevoelige dossiers. Deelnemers wisselden ervaringen uit en bespraken concrete casuïstiek rondom de dilemma’s waar ambtenaren in de dagelijkse praktijk mee te maken krijgen.
De ROB vervulde hierin een faciliterende rol, met het oog op haar rol als strategisch adviesorgaan: het verkennen van handelingsperspectieven voor het openbaar bestuur. De ROB constateert dat het maatschappelijk debat over ambtelijk activisme en ambtelijk vakmanschap in bredere zin momenteel te beperkt wordt gevoerd. De nadruk ligt sterk op morele dilemma’s van individuele ambtenaren, terwijl gedeelde kaders ontbreken. Dit vraagt om gezamenlijke morele arbeid, noodzakelijk om te waken voor de glijdende schaal waarmee de democratische rechtsorde lijkt af te brokkelen. Hier ligt ook een verantwoordelijkheid voor de ambtelijke top: om het goede voorbeeld te geven en zo ruimte te scheppen voor een ambtelijke cultuur waarin de democratische rechtsorde wordt beleefd en beschermd.