Het is vooralsnog niet goed mogelijk om de ziektelast door dementie te verlagen met vroege diagnostiek. De beschikbare methoden voor vroegdiagnostiek, zoals biomarkertesten, zijn niet betrouwbaar genoeg om breed in te zetten in de eerstelijnszorg. Dat schrijft de Gezondheidsraad in een advies dat op 25 november 2025 is gepubliceerd. De raad adviseert de minister van VWS om vooral in te zetten op maatregelen die het risico op dementie kunnen verminderen. Dat betekent een versterking van bestaande maatregelen ter preventie van andere chronische aandoeningen zoals hart- en vaatziekten. 

De beschikbare methoden voor vroegdiagnostiek zijn volgens de commissie niet betrouwbaar genoeg om breed in te zeten buiten de specialistische ziekenhuiszorg

Dementie is zeer ingrijpend voor de mensen die het krijgen en voor hun omgeving. Door de vergrijzing zal de ziektelast door dementie toenemen. De minister van VWS heeft de Gezondheidsraad om advies gevraagd over het tegengaan van die verwachte stijging. De commissie Vroegsignalering van dementie heeft gekeken naar manieren om dementie vroeg te kunnen diagnosticeren en naar manieren om het risico op dementie te verminderen.

Volgens de commissie is het vooralsnog niet goed mogelijk om de ziektelast door dementie te verlagen met vroege diagnostiek. De beschikbare methoden voor vroegdiagnostiek, in het bijzonder biomarkertesten, zijn volgens de commissie niet betrouwbaar genoeg om breed in te zeten buiten de specialistische ziekenhuiszorg. Bovendien is er geen effectieve therapeutische behandeling beschikbaar om bij een eventuele vroege diagnose het ziekteproces te stoppen of te vertragen.

De commissie adviseert om vooral in te zetten op maatregelen die het risico op het ontwikkelen van dementie kunnen verminderen. Uit de wetenschappelijke literatuur komt een flink aantal factoren naar voren die het risico op dementie waarschijnlijk verhogen, waaronder hoge bloeddruk, diabetes, roken en obesitas. De commissie adviseert om de bestaande maatregelen ter preventie van andere chronische aandoeningen met dezelfde risicofactoren – zoals hart- en vaatziekten – te versterken en te verbreden.