Na iets meer dan honderd dagen maakt Mirjam van Praag, de nieuwe voorzitter van de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie de eerste balans op. ‘De juiste mensen bijeen brengen en aanzetten tot een gezamenlijk plan: dat is ook een advies.’
De AWTI is de ideale plek om onderzoek, innovatie en ondernemerschap samen te brengen
Mirjam van Praag (1967) houdt van combineren. Niet omdat ze niet kan kiezen, maar juist omdat ze sterk gelooft in de versterkende werking van wetenschap, innovatie én ondernemerschap.
Daar getuigt haar loopbaan van. Na een studie Econometrie aan de UvA werkt zij een tijd in het bedrijfsleven tot ze besluit om te gaan promoveren op een onderzoek naar de vraag welke kenmerken het succes van ondernemers bepaalt. Na haar benoeming tot hoogleraar Ondernemerschap en organisatie in 2005 aan de Universiteit van Amsterdam start ze het Amsterdam Center for Entrepreneurship (ACE), en raakt ze actief betrokken als adviseur of toezichthouder bij verschillende organisaties, onder meer als kroonlid van de SER. Zelf gaan ondernemen was haar grote droom toen ze na zes jaar voorzitterschap van het College van Bestuur van de Vrije Universiteit Amsterdam toe was aan wat nieuws. Toch koos ze er uiteindelijk voor om naast haar hoogleraarschap toch weer te gaan besturen, als voorzitter van de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie.
Waarom toch weer besturen en waarom AWTI?
“Ik was van plan om naast mijn hoogleraarschap te gaan ondernemen: trainingen, workshops, lezingen ondernemend leiderschap. Maar toen ik borstkanker kreeg en herstellende was, ben ik anders gaan nadenken over de toekomst. Ik heb nooit doodsangst gehad, maar vroeg me ineens wel af: wat is de beste manier waarop ik de vijftien jaar voor mijn pensioen die ik nog ongeveer heb in te zetten? En waarom zou ik, met alle ervaring die ik heb, nog een keer opnieuw beginnen? De AWTI is de ideale plek om onderzoek, innovatie en ondernemerschap samen te brengen.”
Waar ben je, terugkijkend op je tijd voor AWTI, meest trots op?
“Dat ik ervoor heb helpen zorgen dat ondernemerschap een grotere rol is gaan spelen in de academie. Het is onderdeel geworden van universitaire opleidingen en ondernemers zijn een rol gaan spelen op de universiteit. Ondernemerschap wordt gevierd. Dat deed ik als initiatiefnemer van het Amsterdam Center for Entrepeneurship (ACE), als hoogleraar aan de Copenhagen Business School waar ik een groep opzette die als focus onderzoek naar ondernemerschap had en als VU-collegevoorzitter met onder andere de Start-hub op de VU en landelijk de Academic Startup Competition, de Faculty of Impact, BiotechBooster en de Dealterms. Niet alleen natuurlijk: samen met anderen. Tot een jaar of vijftien geleden was ondernemen niet iets wat je ging doen als je gestudeerd had. Terwijl ondernemen juist zo belangrijk is om de resultaten van wetenschap in de praktijk toegepast te krijgen. In mijn ogen gebeurt er iets magisch, als die twee samenkomen.”
Wat hoop je bij te dragen aan AWTI?
“Ik ga voor nóg meer impact met onze adviezen. Door nog beter te begrijpen wat in het landschap van WTI verbeterd kan worden. Laten we overal ons oor te luisteren leggen. We kunnen overal waar we komen vrágen waar bedrijven, burgers en wetenschappers behoefte aan hebben en daar in onze rol als onafhankelijke expert wat mee doen. De juiste mensen bijeen brengen en een goede bijeenkomst met zinnige conclusies: dat is ook een advies. Verder wil ik nog meer aandacht voor wat er met onze adviezen gebeurt. Als wetenschapper weet ik dat het in praktijk brengen van kennis uit heel veel stappen bestaat. En dat we met ontzettend veel partijen te maken hebben. Ondernemers, investeerders, universiteiten, hbo, mbo, en andere kennisinstellingen, R&D-afdelingen van bedrijven en hun besturen, en dan ook nog het parlement en de diverse overheden.”
Wat viel je op in je eerste honderd dagen?
“Wat mij tot nu toe positief heeft verrast: meestal treft je in zo’n gedegen, wetenschappelijke, kwalitatief hoogstaande omgeving enig conservatisme aan. Hoezo veranderen? Maar ik heb de sterke indruk dat bij de AWTI de raad en de staf juist open staan voor ontwikkeling. Wat natuurlijk ook erg bij ons aandachtsgebied past. Omdat ik uit de wetenschap kom, snap ik dat er standaarden zijn. Daar gaan we niet aan morrelen. Geen revolutie maar evolutie. We zijn klein en wendbaar, dus het hoeft allemaal geen eeuwen te duren. En het mag wel iets minder bescheiden. Enige afstand past bij onze rol, maar om invloed te hebben moeten we wel zichtbaar zijn. Dat mensen denken: daar moeten we de AWTI eens over bellen. En als AWTI óns belt, dan nemen we daar de tijd voor. Die zelfverzekerdheid is er wel, maar daar mogen we best wat meer op leunen.”
Waar is AWTI dan van, volgens jou?
“Onze collega’s van de KNAW adviseren over de wetenschap zelf en die van de WRR inhoudelijk vanúit de wetenschap; wij adviseren óver wetenschap en hoe die, onder meer via technologie, en zeker via innovatie de maatschappij beïnvloedt. Nederland staat voor grote maatschappelijke uitdagingen. Er zijn ingrijpende transities nodig. AWTI adviseert hoe die uitdagingen het hoofd te bieden door te innoveren. En dat gaat zeker niet alleen over technologie. Juist ook in de sociale wetenschappen, mijn eigen vakgebied, en de geesteswetenschappen is veel winst te behalen: economie, bedrijfskunde, sociale psychologie, ethiek, kortom gedrag. Allemaal kennis die hard nodig is om Nederland innovatiever te maken.”
Je mocht een kabinet gaan adviseren dat 85 keer ‘innovatie’ in het regeerprogramma had staan. En nu is dat kabinet er al niet meer. Hoe is dat?
“Ik zie vooral kansen. Een kabinet dat niet meer zo lang heeft, daar valt lastig strategische adviezen aan geven. En natuurlijk was het ook een beetje een merkwaardige ontwikkeling: zo sterk leunen op innovatie, maar korten op onderzoek, innovatie en internationale samenwerking. De kans dat we op de lange termijn met de wereldtop mee blijven doen, is kleiner geworden. We richten ons nu op de toekomst, met adviezen aan toekomstige regeringspartijen over hoe we de weg omhoog weer kunnen vinden.”
De wereld verandert snel. Hoe lang is een advies actueel?
“Bij elk advies van onze raad van voor mijn tijd denk ik: daar hebben we dus óók al wat over gezegd. Wat goed! Vaak is de relevantie er wel degelijk nog. We adviseren immers voor de lange termijn. Daarom zeg ik ook dat we niet altijd op een nieuw rapport moeten aansturen. Het gaat niet om de rapporten, het gaat om de impact. Niet te snel loslaten. Het duurt nu eenmaal even voor een advies is doorgewerkt, zoals we dat hier noemen. We zijn hier niet van het told you so, maar we gaan wel adviezen opnieuw onder de aandacht brengen, als daar aanleiding toe is. Ze zijn zéker vaak nog actueel.”
Wat drijft je om met innovatie bezig te zijn?
“Dat vraag ik me vaak af. Ik ben er al decennia mee bezig. Vroeger wilde ik uitvinder worden, maar uiteindelijk werd ik, net als mijn vader, econometrist en wetenschapper. Ik vind het zo gaaf dat er vernieuwing wordt bereikt door te ondernemen met wetenschappelijke kennis en dat we daarmee de wereld kunnen verbeteren. Of in elk geval: niet laten verslechteren. Toen ik wilde promoveren op succes van ondernemers, vond mijn begeleider dat geen harde wetenschap. Ik zei: als ook maar 2% van ondernemerssucces geen toeval is en ik kan laten zien dat we dat succes kunnen beïnvloeden, dan is dat toch ontzettend nuttig om te weten? En wat bleek: succes was heel wat minder toevallig dan we dachten. Dát is wat me drijft: ik wil wetenschap nuttig laten zijn.”