Hoe kunnen we de kracht van sociaal- en geesteswetenschappelijk onderzoek (SGW) beter benutten voor innovatie? “Dat is de vraag die de AWTI wil beantwoorden”, vertelt Chris Eveleens, raadsmedewerker en projectleider. De SGW bestuderen menselijk gedrag, sociale interactie en de culturele voortbrengselen van de mens, zoals taal, technologie en kunst. Inzichten uit SGW-onderzoek kunnen de basis vormen voor antwoorden op grote vraagstukken. Het belang van het toepassen van inzichten en kennis uit SGW-onderzoek wordt alom erkend, bijvoorbeeld het toepassen van gedragsinzichten in pandemiebestrijding. Maar hoe benutten we SGW-onderzoek nog beter dan nu het geval is, om antwoorden te genereren?
De uitdagingen waar we voor staan, vragen om ‘risky thinking’, het bevragen van vanzelfsprekendheden
Innoveren rond zorg- en welzijnsvraagstukken
Chris Eveleens was vorige week bij het Erasmus MC in Rotterdam voor een groepsinterview ‘innoveren met SGW rond zorg- en welzijnsvraagstukken’. Jolanda Kluin, AWTI-raadslid was gastvrouw van de bijeenkomst. Ze is hartchirurg en afdelingshoofd Cardiothoracale Chirurgie:
We bespraken op welke manieren sociaal- en geesteswetenschappelijk onderzoek allemaal belangrijk is voor innovatie ten behoeve zorg en welzijn. Het is duidelijk dat de bijdrage van SGW-onderzoek cruciaal is op tal van vraagstukken in het domein zorg en welzijn. Die bijdrage varieert van het informeren van de juiste vraagstelling tot het onderzoeken van verborgen moraliteit.
Kennis en expertise mobiliseren rondom ontwerpvraagstukken
Voor dit advies organiseert de AWTI in totaal drie groepsinterviews op verschillende locaties in Nederland. Eén algemene, één over zorg en welzijn en één over AI. Chris Eveleens: ‘Als je het toepast op een specifiek thema, kun je er beter en scherper over nadenken. Dat helpt om het advies ook zo concreet mogelijk te maken’.
Marleen Stikker, projectleider vanuit de raad, vertelt over het waarom dit soort bijeenkomsten belangrijk zijn:
Via dit soort bijeenkomsten mobiliseren we enorm veel kennis en expertise vanuit het veld. Je haalt niet alleen veel inzichten op, maar je kunt er ook meteen op (laten) reflecteren. Veel adviesvragen zijn eigenlijk ontwerpvraagstukken: hoe moet het beleid of de sector er idealiter uitzien. Door een brede groep mensen uit te nodigen mee te denken, creëer je als het ware samen dat ontwerp. Uiteraard is niet iedereen het met elkaar eens en is het aan de raad om de knopen door te hakken. De raadsleden hebben het laatste woord.
Gezondheid als een maatschappelijk vraagstuk
Rina Knoeff, hoogleraar geschiedenis van de geneeskunde en directeur van het Groningen Centre for Health and Humanities, was één van de deelnemers aan de bijeenkomst over zorg en blikt terug:
Ik vond het een inspirerende bijeenkomst. De uitdagingen waar we voor staan, vragen om ‘risky thinking’, het bevragen van vanzelfsprekendheden. Dat kan alleen als je uiteenlopende disciplines samen aan tafel zet. Het was voor mij belangrijk om deel te nemen aan deze bijeenkomst omdat gezondheid geen exclusief medisch, maar bovenal een maatschappelijk vraagstuk is. Dit betekent dat we in het verbeteren van de publieke gezondheidszorg meer ruimte moeten geven aan de geesteswetenschappen die veel beter kunnen uitleggen wat de culturele factoren zijn die onze gezondheid bepalen.
SGW-onderzoek krijgt en neemt te weinig ruimte bij innovatie
Uit een eerste verkenning voor dit advies blijkt dat sociaal- en geesteswetenschappelijk onderzoek vaak laat en beperkt worden betrokken bij het vinden van antwoorden op maatschappelijke vraagstukken. Omgekeerd claimt het SGW-domein onvoldoende een rol. Chris Eveleens: Om de oorzaken en interventiemogelijkheden te onderzoeken, hebben we als input voor het advies verschillende deelanalyses gemaakt. Een eerste analyse was naar het beleid en de initiatieven in het buitenland. En om beter te begrijpen wat er precies in de praktijk gebeurt hebben we onderzocht onder welke omstandigheden SGW-onderzoek zijn weg vindt naar innovatie, impact en maatschappelijke vraagstukken. Hiervoor hebben we de successen en obstakels van vier casussen onderzocht aan de hand van literatuurstudie en interviews.
Elkaar uitdagen en het advies aanscherpen: Hoe komt een advies tot stand?
Behalve Marleen Stikker en Jolanda Kluin is Koenraad Debackere ook onderdeel van de projectgroep vanuit de raad die dit advies voorbereidt. Naast Chris Eveleens werken Bart Gulden, Jeffrey de Hoogen en Maartje Dingemans mee aan de voorbereiding van dit advies vanuit het stafbureau dat de raad ondersteunt. Een advies wordt altijd op meerdere momenten met de voltallige raad besproken tijdens de maandelijkse raadsvergaderingen en uiteindelijk vastgesteld.
Voordat een advies op het werkprogramma komt van de AWTI heeft zich al een heel traject afgespeeld. Zo wordt de AWTI door verschillende ministeries gevraagd antwoorden te geven op prangende beleidsvragen, zoals over kennisveiligheid of onderzoek en innovatie voor defensie. Maar de raad programmeert, geïnformeerd door ontwikkelingen in de samenleving of de sector, ook zelf onderwerpen. De raad geeft dus gevraagd en ongevraagd advies en is onafhankelijk. In een startnotitie beschrijven we de probleemanalyse en de deelanalyses en -activiteiten die de AWTI onderneemt om een adviesvraag te beantwoorden. Na een tussenrapportage bespreekt de raad een eerste redeneerlijn in de raadsvergadering. Het doel van zo’n redeneerlijn is dat de raadsleden met elkaar van gedachten kunnen wisselen, elkaar uit kunnen dagen om op die manier de redeneerlijn verder aan te scherpen. Deze vormt namelijk de basis om vanuit verder te werken naar een advies. Zo werkt de raad toe naar een goed geïnformeerd, weloverwogen, en onderbouwd advies met concrete aanbevelingen.
Het SGW-advies zal in het eerste kwartaal van 2024 verschijnen.