Twaalf nieuwkomers en 54 culturele instellingen in de regio’s buiten de Randstad krijgen een plek in de Culturele basisinfrastructuur. Dat is de uitkomst van de beoordeling van de subsidieaanvragen door de Raad voor Cultuur. De raad brengt vandaag zijn advies over de BIS-aanvragen uit aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Op Prinsjesdag maakt de minister bekend welke instellingen op basis van het raadsadvies subsidie krijgen. In totaal is er jaarlijks circa 250 miljoen euro aan subsidie beschikbaar. Met deze subsidies kunnen culturele instellingen vanaf 2025 talrijke voorstellingen, concerten, festivals en tentoonstellingen organiseren.

Twaalf nieuwkomers
Begin februari ontving de raad 181 aanvragen van culturele instellingen verspreid door heel Nederland. De raad oordeelt positief over 115 instellingen. Daarvan zijn twaalf een nieuwkomer in de BIS ten opzichte van de vorige periode. 61 instellingen krijgen een negatief advies van de raad. Van die instellingen maken negen op dit moment deel uit van de BIS. Over twintig aanvragen oordeelt de raad positief, maar adviseert hij toch om geen subsidie te verlenen. Dit gebeurt als er meer positief beoordeelde aanvragen zijn dan beschikbare plekken. De raad moet dan scherpe keuzes maken en deze aanvragen tegen elkaar afwegen.

Vier nieuwe instellingen in Friesland, Gelderland, Groningen en Limburg 
Van de 115 positief geadviseerde instellingen zijn meer dan vijftig gevestigd in de regio’s buiten de Randstad. Zo krijgen dertig instellingen in de provincies Friesland, Gelderland, Groningen en Limburg een positief advies. Daarvan zijn vier nieuwkomers, in elk van die provincies één. In de vorige BIS-periode was het aantal culturele instellingen buiten de Randstad al met negentien toegenomen, dit is een volgende stap.

Meer aandacht voor versmelting van kunstvormen en voor fair practice
Opvallend is dat in veel aanvragen sprake is van versmelting van kunstvormen. Instellingen zoeken de grenzen van hun genre op en stappen daar overheen door samenwerkingen aan te gaan met andere kunstvormen. Dit leidt er toe dat interdisciplinariteit meer ruimte krijgt binnen het bestaande aanbod. Ook hebben instellingen meer aandacht voor fair practice.

Zorgvuldige beoordeling
De raad doet de beoordeling van subsidieaanvragen zeer zorgvuldig. Hij hanteert daarvoor de beoordelingscriteria: artistieke/inhoudelijke kwaliteit, maatschappelijke betekenis, toegankelijkheid, bedrijfsmatige gezondheid en geografische spreiding. De staatssecretaris Cultuur en Media heeft deze criteria vastgelegd in de Regeling op het specifiek cultuurbeleid.

Zeventien beoordelingscommissies met externe deskundigen
Om de 181 aanvragen te beoordelen, heeft de raad zeventien beoordelingscommissies ingesteld. Iedere commissie beoordeelt de aanvragen van één specifieke categorie instellingen, zoals orkesten, theatergezelschappen of filmfestivals. De commissies zijn samengesteld uit een groep van meer dan honderd deskundigen. De raad is eindverantwoordelijk voor de definitieve beoordelingen en adviezen.

Documenten

De individuele adviezen in het kader van de Culturele basisinfrastructuur 2025-2028 staan hier.