Op 8 december 2025 heeft de Adviesraad Migratie advies uitgebracht over het wetsvoorstel tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN), dat de termijnen voor verlening van het Nederlanderschap wil verlengen en enkele andere wijzigingen wil doorvoeren. De Adviesraad Migratie heeft twijfels over deze wijzigingen en vindt dat de menselijke maat in deze voorstellen zoek is. Daarom vraagt de adviesraad aan de regering om de wijzigingen niet op deze manier door te voeren.
het veranderen van de termijnen leidt helemaal niet direct tot minder migranten
In Nederland hebben we de Rijkswet op het Nederlanderschap. Die wet bepaalt onder welke voorwaarden iemand Nederlands staatsburger kan worden. Dat heet ‘naturalisatie’. De regering wil wijzigingen aanbrengen in die wet. Deze wijzigingen gaan er vooral over dat het langer moet duren voordat iemand Nederlander kan worden. Nu is dat meestal na vijf jaar. De regering stelt voor om in de meeste gevallen de wachttijd te verdubbelen naar tien jaar.
De Adviesraad Migratie heeft twijfels over deze wijzigingen. Zo lijkt de regering de termijnen te willen verlengen omdat er te veel migranten naar Nederland komen. Maar het veranderen van die termijnen leidt helemaal niet direct tot minder migranten. Wel zorgt het voor vertraging in de naturalisatie van mensen die graag bij de Nederlandse samenleving willen horen. Uit onderzoek weten we dat het voor de integratie juist beter is als migranten niet te lang op naturalisatie hoeven te wachten. Dan leren ze de Nederlandse taal sneller en doen ze ook sneller mee op de arbeidsmarkt. Het verdubbelen van de wachttijd voor naturalisatie heeft dus mogelijk nadelige gevolgen op de integratie van migranten. De regering lijkt niet goed nagedacht te hebben over deze gevolgen. Veel andere Europese landen hanteren bovendien ook de termijn van vijf jaar. Daarom vraagt de adviesraad de regering om beter uit te leggen of de verlenging nou echt nodig is.
Aan specifieke groepen mensen wil de regering ook strengere eisen stellen. Bijvoorbeeld aan mensen die ooit Nederlander waren. Nu zijn er nog soepele regels voor deze mensen, omdat zij vaak een bijzondere band met Nederland hebben. De regering wil hen tien jaar laten wachten. Dat vindt de adviesraad erg lang. En ook voor mensen die nu staatloos zijn moet de termijn worden verlengd van drie naar vijf jaar. Terwijl deze staatloze mensen heel kwetsbaar zijn, omdat ze door geen enkel land als staatsburger worden gezien. Voor hen is de bescherming van een staat, en dus een snelle naturalisatie, belangrijk. Ook kunnen de nieuwe regels ervoor zorgen dat de termijn van tien jaar iedere keer opnieuw begint als iemand een ‘verblijfsgat’ heeft. Een verblijfsgat ontstaat als twee verblijfsvergunningen niet op elkaar aansluiten. Dat zou betekenen dat iemand wel negentien jaar, of zelfs langer, zou moeten wachten op naturalisatie.
Volgens de Adviesraad Migratie is de menselijke maat in deze voorstellen zoek. Daarom vraagt de adviesraad aan de regering om de wijzigingen niet op deze manier door te voeren.






