Op 26 november 2025 heeft de Adviesraad advies uitgebracht over het Besluit tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb 2000) in verband met de inwerkingtreding van de Asielnoodmaatregelenwet. Dat besluit gaat voornamelijk over technische wijzigingen. De nadruk in het advies ligt op het laten vervallen van twee bepalingen in verband met het afschaffen van de voornemenprocedure, die van invloed zijn op de rechtsbescherming van asielzoekers.

Afschaffen voornemenprocedure bedoeld om asielprocedure te versnellen, niet om rechtsbescherming te beperken

De eerste wijziging is het laten vervallen van het vierde lid van artikel 109ca Vb 2000. Hierdoor heeft de IND niet meer de verplichting de vreemdeling te laten reageren op het voornemen om de asielaanvraag niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond te verklaren (op de gronden genoemd in artikel 30a, eerste lid Vw 2000), of om hem de gelegenheid te bieden om aan te geven waarom zijn land van herkomst in zijn specifieke geval niet veilig is. Het doel van het afschaffen van de voornemenprocedure is om de asielprocedure te versnellen, niet om de rechtsbescherming van de vreemdeling te beperken. Daarom vindt de Adviesraad het onverstandig en onwenselijk dat de vreemdeling na het afschaffen van de voornemenprocedure niet meer in de gelegenheid zou worden gesteld in het gehoor te reageren op het voornemen om zijn aanvraag niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond te verklaren.

De tweede wijziging is het laten vervallen van het tweede lid van artikel 3.113 Vb 2000. Hierdoor is de IND niet langer verplicht de vreemdeling tijdens het nader gehoor te laten reageren op het voornemen de asielaanvraag niet-ontvankelijk te verklaren. Ook voor deze wijziging geldt dat het laten vervallen van deze bepaling niet noodzakelijkerwijs volgt uit het afschaffen van de voornemenprocedure, en dat deze gelet op de rechtsbescherming in de asielprocedure volgens de Adviesraad ongewenst is.

Download