Grote opgaven én grote achterstanden
De Caribische eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba hebben te maken met grote opgaven in de fysieke leefomgeving. Zo is bijvoorbeeld het woningaanbod én de kwaliteit van woningen onder de maat. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor de weginfrastructuur: te weinig en van slechte kwaliteit. Hoewel de eilanden sinds 10-10-2010 volwaardig onderdeel zijn van het land Nederland, zijn er in de fysieke leefomgeving grote en niet te rechtvaardigen achterstanden ten opzichte van Europees Nederland.

Huidige beleidsinzet draagt bij aan achterstanden
De raad constateert dat de achterstanden – en het voortbestaan daarvan – mede worden veroorzaakt door verschillen in beleidsinzet van het Rijk. Verder constateert de raad dat de uitvoeringskracht tekortschiet, zowel op de eilanden als bij het Rijk, om de grote opgaven in de leefomgeving aan te kunnen. Als laatste stelt de raad vast dat beleidsintensiveringen voor Europees Nederland niet automatisch gepaard gaan met gelijkwaardige beleidsintensiveringen voor Caribisch Nederland, ondanks de belofte van het kabinet.
Voor heel Nederland een gelijkwaardige kwaliteit van de leefomgeving
De raad doet drie aanbevelingen om te komen tot gelijkwaardigheid in kwaliteit van de leefomgeving voor geheel Nederland, inclusief de Caribische eilanden.
- Bepaal gezamenlijk ambitieniveaus.
De raad beveelt aan dat het Rijk en de Caribische eilanden in samenspraak met bewoners en ondernemers gaan bepalen welke ambities zij hebben voor de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Er is op dit moment weliswaar op hoofdlijnen overeenstemming over de verdeling van taken tussen het Rijk en de eilanden, maar tot welk kwaliteitsniveau de uitvoering van deze taken moet leiden is niet vastgelegd. - Vergroot slagkracht en samenwerking Rijk en Caribische eilanden.
Het gezamenlijke ambitieniveau moet vertaald worden in bijpassende rijksfinanciering voor de eilanden. Maar uitvoeringskracht gaat niet om geld en capaciteit alleen. Het vraagt ook (bestuurlijke) wil om te handelen en onderling vertrouwen. De formele rol- en taakverdeling moeten geen grens zijn die streng wordt bewaakt, maar een vertrekpunt van waaruit alle partijen doen wat nodig is om het geformuleerde ambitieniveau te realiseren. Daar hoort volgens de raad een langjarig en substantieel samenwerkingsprogramma tussen het Rijk en de drie Caribische eilanden bij. Daarbij moet worden aangesloten bij het door het kabinet gestarte Nationaal Programma Vitale Regio’s dat zich nu alleen richt op Europees Nederland. - Neem Caribisch Nederland mee vanaf de eerste start van beleidsvorming.
De raad pleit er ten slotte voor dat in de beleidsvorming voor de fysieke leefomgeving vanaf de start ook Caribisch Nederland telt. Dit is als sinds 2019 de afspraak, maar die krijgt in de praktijk vaak geen opvolging. Daarom moet de rijksoverheid op vaste momenten per jaar een beknopt overzicht opstellen van alle beleidsvoornemens in de fysieke leefomgeving, en preciseren hoe zij Caribisch Nederland daarin beoogt mee te nemen. De drie Caribische eilanden op hun beurt moeten de mogelijkheid krijgen om op verzoek deel te nemen aan bijvoorbeeld subsidieregelingen of stimuleringsprogramma’s waarvan het Rijk voornemens is deze alleen te laten gelden voor Europees Nederland.